Natuurgebieden & beheer

Zicht op een poel. Dit is herstel van natuur

Herstel en behoud van natuur

Uitzicht op een rij knotwilgen met daarvoor een boerenlandweg, dat is het Karhok.

Alert op bedreigingen van onze natuur

De mens heeft een te groot beslag gelegd op de natuur

  • Zaailingen

    Grasmatten vormen vaak een ondoordringbaar tapijt. Veel zaden blijven daarin hangen en zullen derhalve nooit ontkiemen. Voor plasdras-gebieden, lagere waterrijke gebieden, geldt dat niet. Daar is vaak sprake van onbegroeide bodems. De vele zaden van bloemen en planten kunnen daar gemakkelijk tot volwaardige planten uitgroeien tot het moment dat het water hen ” boven het hoofd groeit”.

    Dat geldt niet voor de zaden van allerlei houtachtigen. Zaad van met name wilgen, maar ook elzen en soms populieren kunnen dan snel uitgroeien tot kleine boompjes. Als die blijven staan vormen ze een moerasbos waar geen enkele weidevogel zich nog prettig voelt.

    Vrijwilligers van De Hooge Weide speuren in het najaar in die gebieden naar deze zaailingen. Deze worden vervolgens uitgestoken en naar de organisatie “Meer bomen nu” gebracht.
    Op hun terrein (de zgn. hub) wachten de tijdelijk ingegraven boompjes op een nieuwe eigenaar die op deze manier een haag of perkje kan maken met inheemse boompjes.

    Een moerasbos


  • Dode schapen op het terrein van De Hooge Weide

    Kort gras is voor weidevogels cruciaal. De vogels hebben dan vanaf hun nest een weids uitzicht over het weiland waardoor zij eventuele predatoren al vroeg op kunnen merken.

    Om dat te realiseren worden koeien en schapen ingezet. In de winterperiode begrazen zij het land en zorgen er zo voor dat het land aantrekkelijk wordt om te broeden.

    De eigenaren van dit vee komen dagelijks meerdere keren hun koeien en/of schapen inspecteren om evt problemen zo snel mogelijk het hoofd te kunnen bieden. Zieke dieren worden zo snel mogelijk geisoleerd en uit het zicht geplaatst.

    Ondanks deze inspectie kan het voorkomen dat de conditie van een van deze dieren dermate snel verslechtert dat het ook zichtbaar is voor passanten. Nog erger: soms overlijden er dieren in het veld ondanks alle voorzorgsmaatregelen.

    Helaas is dit onlosmakelijk verbonden aan het houden van vee. De wetgeving vereist dat deze op het land gestorven dieren niet in de voedselketen kunnen komen en ter destructie worden aangeboden. De met ons samenwerkende boeren hebben daarvoor afspraken met een gespecialiseerd bedrijf. Dit bedrijf vraagt om redenen van efficiency om dood vee bij de weg aan te bieden. Dit zijn de grijze silo’s die u vaak aan het begin van oprijwegen ziet.

    Bij De Hooge Weide ontkomen we ook niet aan deze werkwijze. Afgeschermd door een met autobanden verzwaard zeil wachten deze kadavers om opgehaald te worden. In een tijd waarin het Blauw Tong-virus nog vele slachtoffers telt, komt dat helaas vaker voor.


  • Het transplanteren van dotterbloemen

    De dotterbloem is een iconische plantensoort uit het traditionele boerenland. Met zijn grote gele bloemen accentueert de plant uit de ranonkelfamilie de nattere plekken in het weiland. Op een aantal plaatsen in de gebieden van De Hooge Weide kleurt de plant het groene landschap nu al helemaal geel. De vrijwilligers van De Hooge Weide doen dan ook hun best de plant ook op andere plaatsen terug te krijgen.

    Dat doen we vooral door dotters a.h.w. te transplanteren. Op plaatsen waar de planten dermate veel voorkomen dat niet alle nieuwe zaailingen het zullen overleven, worden er enkele uitgespit. Deze worden later uitgeplant op plekken waar we zeker weten dat de planten voldoende met hun voeten in het water staan. In de praktijk zijn dit vaak de greppel- en slootranden.

    Helaas kan dit niet in de weilanden waar nu nog koeien en/of schapen grazen. Met hun graasgedrag zal dit vee er snel voor zorgen dat de verse aanplant ook weer snel verdwijnt. Wellicht dat we hier volgend (voor-)jaar nog iets kunnen doen.

    Het leidt niet altijd tot het gewenste effect, maar op meerdere plaatsen waren dit voorjaar al de eerste polletjes te zien.

    Dotterbloem


  • Wintergasten

    Steeds meer vogels weten in deze periode onze weilanden te vinden. In de afgelopen jaren zien we de groepen ganzen toenemen, voornamelijk brandganzen en grauwe ganzen maar ook zeldzamer soorten als kolganzen en incidenteel zelfs een roodhalsgans.
    Spectaculair zijn de grote groepen goudplevieren, alleen al vanwege hun roep een geweldige vogel, vorig jaar zelfs een melding van 6000 stuks! Vooral als zo’n groep in de volle zon vliegt is dat een fantastisch gezicht! Het is de moeite waard om dan even wat langer stil te staan omdat zo’n groep meestal opgejaagd wordt door een roofvogel als buizerd of sperwer.
    Ook eenden soorten laten zich steeds meer zien, regelmatige bezoekers kennen de grote groepen smienten, maar ook wintertalingen, tafeleenden en slobeenden zijn goed zichtbaar. Wie tussen deze grote aantallen soorten als pijlstaarten of casarca’s herkent heeft een mooie ontmoeting.
    Helemaal blij werden we van een grote groep wulpen. Deze vroeger veel voorkomende weidevogel is als broedvogel in Nederland zeldzaam geworden. Als wintergast is hij nog wel te zien. De vogel is extreem storingsgevoelig en kiest als foerageer- en als rust-plaats voor erg rustig gelegen plaatsen. Fantastisch is het dan om te merken dat een steeds groter wordende groep (laatste telling 56 stuks) een van onze vrijwel storingsvrije plakken heeft gekozen als pleisterplaats.

    Wulp


  • Greppels in de gebieden van De Hooge Weide

    Wie in het voorjaar de pulletjes van weidevogels, en vooral van de kievit en tureluur, wil zien doet er verstandig aan in de greppels van het weiland te speuren. Greppels waren nog niet zo lang geleden voor boeren het middel om overtollig water naar de sloot af te voeren. Vandaag de dag hebben boeren, onder meer door drainage, geen greppels meer nodig en worden deze vaak gedempt om met grotere machines het land te kunnen bewerken.

    Voor weidevogels zijn greppels echter een essentieel onderdeel om de pulletjes te laten opgroeien.

    Ieder pulletje heeft per dag 6.000 tot 10.000 insecten nodig. Daarom zie je iedere pul bij goed weer de hele dag om zich heen pikken. Grutto-jongen concentreren zich daarbij vooral op de insecten op en rond bloemen. Kieviten en tureluurs focussen zich daarentegen vooral op de modderige slikrandjes van plas-drasgebieden en greppels. Daar vinden ze de nodige insectjes voor hun voortbestaan.

    De vrijwilligers van De Hooge Weide letten daarom in de broedtijd vooral op waterstanden. Het geheel van pompen, molens en stuwen is het middel om overal op de landen genoeg water te krijgen.

    Nu in deze tijd van het jaar moeten we er vooral voor zorgen dat er in dat systeem van watervoorzieningen geen belemmeringen optreden. We controleren daarom nu alle greppels en laten deze waar nodig door de met ons samenwerkende boeren opnieuw uitfrezen. Ook worden straks alle ondergrondse buizen doorgeprikt om volgend broedseizoen onze pullen van voldoende voedsel te kunnen voorzien.

    kievit-pulletjes


  • Bijzondere planten

    Het beleid van verschraling, minimale bemesting van de grond, heeft steeds meer resultaat. Ieder jaar worden we wel verrast door de vondst van nieuw planten die de slag met het monotone Engels raaigras aan het winnen zijn.

    Zo is voor iedereen langs het fiets pad zichtbaar dat de rietorchis en de echte koekoeksbloem in de zomer terrein aan het veroveren zijn. Ook een orchidee als de moeraswespenorchis is aangetroffen op steeds meer van onze terreinen.

    Ook in deze tijd van het jaar waarin de natuur in de ruststand gaat, is er nog veel fraais te vinden. Zo waren we deze week in een van de plas-dras gebieden zaailingen aan het verwijderen (vooral wilgen en elzen) om te voorkomen dat  we een soort moerasbos krijgen, “bijvangst” was de vondst van onder meer goudknopje en goudzuring, soorten die we enkele jaren geleden nog op 1 plek aan troffen, maar die zich nu verspreiden en veel terug te vinden zijn op de grens van land en water.

    Echt enthousiast werden  we van de vondst van het Fraai Duizendguldenkruid, maar liefst 41 polletjes van dit fragiele plantje hadden een plekje gevonden in deze plas-dras., maar ook van de nog niet eerder aangetroffen bleekgele strobloem waarvan we 4 plantjes vonden.

    Goudzuring


  • Hooien op de Groote Ven

    Hopen hooi in het water van de Groote Ven
    (meer…)

  • Ganzen met halsband

    Ganzen met halsband zal de oplettende wandelaar of fietser wellicht af en toe opgevallen zijn. Tussen de ganzen in het weidegebied lopen een aantal grauwe ganzen met een groene halsband om. In de winter kun je ook sporadisch een kolgans zien met een zwarte halsband.

    Halsband lezen met BirdRing app

    Op deze halsbanden staat een kenteken, een aantal letters en of cijfers. Deze halsbanden zijn met een telescoop of goede verrekijker uit te lezen en kunnen worden ingevoerd op de BirdRing app. Hierdoor wordt door je opgave de huidige locatie van betreffende gans opgeslagen en zodoende de trek van deze vogel in kaart gebracht.

    Afgelopen maand zijn de ganzen met de nummers: HD18, HD19, HA44, H046 en H017 in de polders rondom Castricum gezien en hieronder staan wat schermafdrukken van waar deze vogels geringd zijn en waar ze zijn waargenomen. Als je in de app op een bolletje klikt krijg je de datum van invoeren en de naam van de waarnemer te zien.

    Kaartje: Afgelopen maand zijn de ganzen met de nummers: HD18, HD19, HA44, H046 en H017 in de polders rondom Castricum gezien

    HA44

    (meer…)

  • Hoogspanningsmasten in de Castricummerpolder?




  • Grutto’s hebben een zender gekregen

    Grutto’s hebben een zender gekregen in samenwerking met project VeenVitaal. We zien boeiend gedrag in de polder maar ook tot in Portugal. Cees de Vries heeft een prachtig artikel geschreven over hun vlieggedrag lokaal en naar de wintergebieden.

    (meer…)